Wat kunt u wel of juist niet eten bij fibromyalgie? Deze vraag wordt op deze pagina beantwoord. Er is namelijk veel bekend over voeding die fibromyalgie kan verergeren of die de klachten juist vermindert.
Het zuur-base evenwicht
Voor een goede zuurbalans op basis van alleen het dagelijks voedingspatroon geldt als richtlijn dat deze zou moeten bestaan uit 80% basenvormende- en 20% zuurvormende producten. Maar in de praktijk blijkt dat wij, met ons westerse voedingspatroon, per dag slechts 30% tot 40% basenvormend en maar liefst 60% tot 70% zuurvormend voedsel binnen krijgen.
Een gezonde lichaamsfunctie vereist voldoende basische buffers, die u kunt opbouwen door de richtlijnen van het basische voedingsdieet aan te houden. Mensen met verzuringsklachten dienen in de verhouding van tenminste 80% – 20% (4 eenheden basenvormend tegen 1 eenheid zuurvormend voedsel) te eten.
Omdat het lichaam voedingstoffen haalt uit het hele spectrum van voedingsmiddelen is het belangrijk om gevarieerd te eten. Wanneer u langdurig een te eenzijdig dieet aanhoudt, ontstaat er op termijn een tekort aan bepaalde voedingsstoffen. Een gezonde zuurbalans zonder risico op uitputting van belangrijke voedingsstoffen kunt u daarom ook bereiken door een verhouding van 60% basisch- en 40% zuurvormende voedsel aan te houden, mits u dit combineert met dagelijkse actieve ontzuring.
Zuur en basen
Het valt aan te bevelen matig te zijn met zuurvormende voeding. Zuurvormende voeding is bijvoorbeeld vlees, vleeswaren, vis, kaas, zuivel (melk), chocolade, geraffineerde suiker, koffie, zwarte thee, vetten, mosselen, ei, alcohol, sojaproducten, granen, snacks, koekjes en zout.
Basenvormende voeding kan daarentegen onbeperkt worden gegeten. Basenvormende voeding is bijvoorbeeld groenten, fruit (behalve citrusvruchten), pompoen, banaan, komkommer, augurk, tomaat, aardappel, aubergine en selderij.
Voedingstips
Wanneer er veel zuurvormende producten worden gegeten en gedronken zal het lichaam (de nieren) proberen de zuur-/basenbalans te herstellen door overtollige zuren aan mineralen te binden. Mineralen zijn bijvoorbeeld calcium, ijzer, zink, magnesium, natrium en kalium. Het teveel aan zuren wordt overdag in het bind- en vetweefsel opgeslagen. ’s Nachts worden deze afgevoerd door de nieren, longen en huid. De nieren hebben hierbij kalium nodig, dat ze gebruiken om de andere mineralen af te voeren. Als er voldoende kalium in het voedsel zit hoeven de nieren dit niet of nauwelijks aan de botten, organen en huid te onttrekken. Dat is natuurlijk veel beter voor het lichaam.
Uitzondering hierop zijn mensen met suikerziekte, die door de ziekte te veel zuur in het lichaam hebben. Of mensen met een nierafwijking, waardoor er te veel mineralen in het bloed zitten. In dit geval is het nodig om ook medicijnen in te nemen.
In ieder geval is het belangrijk de balans goed in evenwicht te brengen en houden. Zorg voor een goede verhouding van zuur- en basenvormende voedingsmiddelen.
Zo valt het, wanneer er vlees gegeten wordt, aan te bevelen om hier aardappelen en groente bij te eten. Of wissel de aardappel en groente af voor een pasta met tomatensaus. Vleeseters zijn gebaat bij extra calciuminname, want dat is nodig om de eiwitten in het vlees af te breken. Een vleeseter kan zijn menu gezond uitbreiden met olijven, amandelen, bramen, abrikozen, tahoe, boerenkool en een ware calciumtopper: vijgen.
Probeer bij de broodmaaltijd geen melk (of andere zuivel) te drinken en probeer eens een schijfje komkommer en/of tomaat te combineren met het plakje vlees of kaas. Of neem een boterham met ongezoete vruchtenjam en laat kaas, vlees en chocopasta weg.
Zorg ervoor dat u de inname van zuurvormend voedsel meteen compenseert met vier keer de hoeveelheid aan ontzurend voedsel. Als u dus 50 gram vlees of kaas eet, neem dan tenminste 200 gram groenten en/of aardappelen. In dat geval eet u gebelanceerd en bent u goed met uw voeding bezig.
Kalium en calcium
Een voedingssupplement met kalium en calcium is aan te bevelen.
Kaliumrijke voedingsmiddelen
Kaliumrijk zijn appelstroop, waterkers, peterselie, yoghurt, olijven, vijgen, dadels, rogge, zemelen, zeewier (kelp), rozijnen, gedroogde vruchten, zwarte bessen en bananen.
Calciumrijke voedingsmiddelen
Calciumrijk zijn noten, groenten, graan en gedroogd fruit. Daarnaast zijn peulvruchten en sojaproducten goede calciumleveranciers, maar ze bevatten veel purine en zijn daardoor ongeschikt voor een fibromyalgiepatiënt. Melk bevat calcium. Maar omdat melk ook vet bevat en de calciumhoeveelheid in de melk net genoeg is om het vet af te breken is melk geen geschikte calciumleverancier. Daarentegen bevat muesli veel calcium, dus wanneer de muesli wordt gecombineerd met yoghurt (dat een goede kaliumleverancier is) krijgt u in één maaltijd twee belangrijke mineralen binnen. Op smaak brengen met biologische koudgeslingerde honing en de zuur-/basenbalans is ook direct in orde. Gewone honing bestaat vaak alleen uit suiker (=verzurend), waardoor deze niet geschikt is.
Probeer altijd meer basen dan zuren binnen te krijgen. Ideaal is 80% basen en 20% zuren, dus 100 gram zuur voedsel compenseert u met 400 gram ontzurend voedsel. Een overschot aan basen/ontzuring kan geen kwaad, want dat overschot wordt gebonden aan de kooldioxide die we uitademen. Een overschot aan zuren heeft evenwel schadelijk gevolgen voor het lichaam, dat zal proberen de zuren te neutraliseren met behulp van afbraak van eiwitten (ook lichaamseigen eiwitten). U kunt dus beter te weinig zuurvormend voedsel (vlees, kaas, vis) en te veel basenvormend voedsel (groenten, fruit, aardappel) binnenkrijgen dan andersom.
Stress
Stress is in hoge mate ongezond. Gespannen zijn kost energie en verbruikt calcium. Stress kan een veroorzaker van fibromyalgie zijn. Probeer daarom regelmatig te ontspannen en rust te nemen.
Verzuring is veroudering van het lichaam door de voortdurende verslakking. Een te hoge zuurgraad tast de gezondheid aan. Slakken zijn geneutraliseerde zuren! Het lichaam verbruikt continu mineralen om gifstoffen en zuren te neutraliseren. Doordat het lichaam mineralen verbruikt ontstaan er tekorten, met alle gevolgen van dien.
De basiselementen van voeding
Ons lichaam moet kunnen groeien en functioneren, daarom moeten wij eten. Onze voeding wordt opgedeeld in drie categorieën: koolhydraten, eiwitten (proteïnen) en vet. Al deze voedingsstoffen bestaan uit vier basiselementen: koolstof (C), stikstof (N), zuurstof (O) en waterstof (H). Koolhydraten bevatten geen stikstof.
Buiten deze vier elementen bevinden zich in onze voeding veel anorganische materialen zoals zwavel, chloor, natrium, calcium, enz. Deze worden in twee categorieën ingedeeld: zuur makende en basisch makende elementen.
Zuur makende elementen
Zwavel
Fosfor
Chloor
Jodium
Basisch makende elementen
Natrium
Kalium
Calcium
Magnesium